donderdag 7 juli 2011

21.

Wij, ouderen, zijn nooit bedwelmd geworden door de poëzie van Annie M.G. Schmidt. Ik denk tenminste dat haar poëzie pas doorkwam in de jaren zestig, en toen zaten wij al aan Woutertje Pieterse.
Waar wij vól van waren, dat waren De vlegeljaren van Pietje Bell. Wat een prachtig boek, dat zal ook Gerrit Komrij jullie bevestigen. Het is een grote vergissing van de schrijver Chris van Abkoude geweest om Pietje te laten vliegen, en wel naar Amerika. Hij had het beste nog veel problemen kunnen hebben gekregen met tante Cato, met die wrat op haar neus.
Daar stopte ook mijn jeugdlectuur. Ja, ik las nog wel wat boeken van Jules Verne en boeken met Old Shatterhand, waar ik me niets meer van herinner, maar ik las opeens verhalen van Tsjechov, toen ik een jaar of 12 was.
Er was toen, in Limmen (dorp waar ik geboren ben), een bibliotheek die gevestigd was in het katholieke Parochiehuis, vlakbij de kerk. Daar heb ik in de jaren 1965-’66 vele heerlijke uren doorgebracht. Maar ik pakte er toen ongebruikelijke schrijvers uit, zeker niet Annie Schmidt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten