zondag 13 november 2011

46.

Ik heb eindelijk het plaatje ontdekt dat ongeveer in 1969 in Limmen gedraaid werd in café Het Hoekje, en dat daar zeer aantrekkelijk werd gevonden. Mijn neef of neefoom of oudoom, ik weet niet wat hij was of hoe je het noemt, Loek Hoogeboom (hij werkte als hersteller van stoelzittingen, en had daar veel succes mee, net zoals mijn tante Rina, die werkte als herstelster van damesnylons) bulderde altijd volop mee met het afschuwelijke nummer.
Ik stond een keer op in de kroeg en ik schreeuwde: ‘Waarom geen Bach!?!’ Ik was nog maar zestien of zeventien jaar, en ik zag er ook zo uit.
‘Ja!’ schreeuwde de kroegeigenaar, wiens naam ik niet meer weet. ‘Welk stukje van Bach zullen we eens draaien?’
‘Van het laatste songfestival dan maar?’ zei een gast aan de bar.
‘Van de hitparade, daar moet je uit kiezen!’ zei een andere gast, een flinke slok drinkend uit zijn bierglas.
Loek dronk zijn jenevertje met suiker, zijn vierde of vijfde van de middag, en zei: ‘Ben. Dat willen de mensen niet, want dat kénnen de mensen niet, Bach en zo. Daar kunnen ze niet op drinken.’

maandag 31 oktober 2011

45.

Zoals ik twee weken geleden al voorspelde, is Petra Kvitova tenniswereldkampioene geworden. Ze staat nu tweede op de wereldranglijst, na Wozniacki, die eenvoudig te licht is bevonden. Ze zal in het komende seizoen snel op de eerste plaats staan, en daar blijven staan.
Wat goed is, komt snel. Ze is het afgelopen seizoen van de 34ste naar de 2de plaats gestegen. Ze is nog maar 21 jaar. Matches tegen Kim Clijsters en Serena Williams, dat zou ik nog wel eens willen zien. Die wint ze ook.
De match van afgelopen zondag tegen Azarenka, nu de nummer 3 van de wereld, was er één van grote instabiliteit: Kvitova stond in de eerste set met 5-0 voor, maar liet het lopen. Daarna zette ze het wel weer recht, maar ze had ook simpel met 6-0 en bijvoorbeeld 6-2 kunnen winnen. Daar moet ze nog aan werken: aan de stabiliteit. Concentratie. Een groot kampioene maakt de beslissende punten op de beslissende momenten. Dat leert ze wel, binnen een jaar.
Ik ben verliefd op Petra. Terwijl ze helemaal geen mooie vrouw is. Ze is 1.83 meter lang, langer dan ikzelf. Ze heeft dat eigenaardige schreeuwtje bij een extreem goede bal. Maar dat neemt me ook voor haar in: ze is duidelijk niet bezig met een 9 to 5 job, ze houdt echt van haar tennissen.
We hebben een vrouwelijke Federer.

woensdag 26 oktober 2011

44.

Europa is zo belangrijk. De euro is zo belangrijk. Maar waarom Europa of die euro zo belangrijk zijn, wordt er nooit bij gezegd. We zouden zoveel verdienen door die euro. Ook daar geloof ik niets van: in de jaren negentig waren we het meest welvarende land van Europa. Dat hadden we voor 95% zelf gedaan, want we zaten toen nog, met de gulden, in Europa.
Als ik de occupyers eens een goede tip mag geven: jullie weten nu niet waar jullie tegen of voor zijn. Jullie zitten nu in die aardige tentjes niets te doen. Ik weet een spandoek: ‘Terúg met de gulden!!!’ Hebben jullie eindelijk eens een goede leus.
Dan zou ik helemaal achter jullie staan: met een eigen munteenheid heb je geen problemen met Italië, Griekenland, Portugal, Ierland, Spanje, Frankrijk, Hongarije, Roemenië en noem de hele rest maar op. Je regelt je eigen zaakjes. Je koppelt hooguit je gulden aan de euro, als die dan nog bestaat natuurlijk, of aan het Engelse pond. Klaar, alles is geregeld. Weg crisis.
We zouden ook regelrecht uit de EU moeten stappen, vind ik. Waar is dat gedoe anders goed voor dan voor de ambtenarij, die er een vetpot aan heeft? We maken zelf onze besluiten wel.
Als ik een gedreven persoon was met een hoge levensverwachting, zou ik op dit punt alleen al een nieuwe politieke partij oprichten.

(In een ideale wereld (die helaas niet bestaat) zouden we nu een Noord-Europese Liga hebben, met Duitsland, Engeland, de Benelux en de Scandinavische landen. Daar mag Frankrijk ook bij, zodra ze een normaal staatsbudget hebben en zodra hun banken ook geheel schadevrij zijn.
Die laatste twee dingen zou je jaarlijks door het IMF kunnen laten controleren. Als je dat doet, dan kun je ook gezamenlijk garant gaan staan als het eens een jaartje niet goed gaat, met bijvoorbeeld Nederland of Engeland.
Laat de rest maar een Oost- en een Zuid-Europese Liga oprichten. Even goede vrienden. Maar we gaan niet meer met z’n zevenentwintigen aan tafel zitten. Dat blijkt niet te werken.)

maandag 17 oktober 2011

43.

Mijn muzikale ontwikkeling begon met Come softly to me, waarvan ik nooit geweten heb dat de Fleetwoods het zongen in 1959. Ik heb ook nooit geweten dat de muziekuitgever van die plaat de titel ietsje had veranderd, omdat hij Come softly te riskant vond.
Die ontwikkeling ging door via de Bristol stomp en Don’t mess with Bill tot en met The canyons of your mind. Weinig opmerkelijk, zegt u zelf. Wie die nummers niet kent, heeft nooit in de heerlijke jaren zestig (waarnaar ik nog wel eens terugverlang) geleefd.
Maar toen kwam Glenn Gould opdagen, via mijn zuster die inmiddels pianolerares was geworden, en die ik daarvoor eeuwig dankbaar zal zijn. Glenn Gould = Bach, zo zie ik het nog steeds.
Glenn Gould kwam in de plaats van bijvoorbeeld Led Zeppelin, een afkeurenswaardig groepje: die maakten popublère muzak, vond ik toen en vind ik nog steeds. Wat er vóór Led Zeppelin gemaakt is, was goed. Wat erna gekomen is, is over het algemeen waardeloos. Het was 1969 of 1970.
Vanaf die tijd heb ik veel Bach geluisterd, en later, na mijn vijftigste jaar, ook veel oudere muziek: Byrd, Dufay, Ockeghem, Palestrina, om de bekendsten maar te noemen.
Mijn hunkering naar de zestiger jaren uit zich nog wel: ik luister graag naar de heavy metalmuziek, die soms zeer goed is. Uitstekend gitaarwerk, maar helaas met verschrikkelijke zangpartijen.

42.

Wie wordt de nieuwe Martina Navratilova in het vrouwentennis? De zusjes Williams natuurlijk niet, want die speelden alleen maar hard, en ze zijn ook zo ongeveer uitgespeeld.
Maar er is een meisje waar ik zo ongeveer op verliefd ben: Petra Kvitová, 21 jaar nog maar, ze heeft in het voorjaar Wimbledon gewonnen, en ik voorspel dat ze álle toernooien waaraan ze meedoet gaat winnen.
Ze heeft nog een jaar of tien om zichzelf te bewijzen. Volgend jaar wint ze Australië, Wimbledon en de U.S. Open. Dit jaar nog wint ze het Wereldkampioenschap of hoe het ook heet. Binnen een jaar staat ze op nummer 1 van de wereldranglijst, en daar zal ze nog wel een jaar of zes blijven staan. Onaantastbaar.
Ze is links, en ze laat onherhaalbare schreeuwtjes bij een zeer goede bal. Heerlijk om te horen. Ze doet ook geen moeite om er sexy uit te zien, zoals veel van haar concurrenten. Ze heeft ook geen eigen website bijvoorbeeld.
Een serieuze speelster, kortom.

donderdag 29 september 2011

41.

Ik slaap de laatste weken zo slecht – ik lig er toch al nooit vóór tweeën in – dat ik veertien dagen geleden begonnen ben ’s nachts maar iets nuttigs te gaan doen. Want je kunt wel in je bed blijven woelen, maar dat is ook de oplossing niet. Ik zet dus koffie om een uur of drie, en dan ben ik fit en klaarwakker.
Dan zet ik MTV aan, waar op dat tijdstip het programma Nightvideo’s bezig is (zonder reclame’s!) – wees gerust, dat zet ik zeer zachtjes aan, want ik heb onder- en nevenburen, waarvan één dagelijks om half vijf opstaat, weet ik nu. Waar zou hij werken? Hoogovens? Ik zal het hem eens vragen, als ik hem tegenkom.
Vroeger had je tikmachines. Het geluid dat je op die dingen maakte, zou mijn buren wakker maken. Tegenwoordig heb je de vrijwel geluidloze laptops, godzijdank. Ideale machines voor in de nacht. Op zo’n laptop ben ik begonnen aan een langer ding dan ik normaal schrijf. Ik heb een stad verzonnen, die erg lijkt op de enige stad die ik ken (Alkmaar), waarin ik ronddwaal zoals zeg maar Justin Ward in Simenons Un nouveau dans la ville uit 1950. Als u dat boek nog niet gelezen heeft, moet u dat zeker eens doen. Ik heb het gelezen in ongeveer 1970 en was zeer onder de indruk. Het verschil tussen dat boek en mijn nachtelijke geschrijf is dat ik het helemaal schrijf vanuit die eenling. Ook een verschil is dat ik korte hoofdstukjes schrijf, die ‘passen op een Aviertje’. Dat ben ik gewend te doen.
Ik schrijf per nacht een hoofdstukje plus een beginnetje voor het volgende hoofdstukje, zodat ik de volgende nacht weer moeiteloos verder kan. Of het wat wordt, weet ik nog niet. In elk geval probeer ik mijn tijd goed te besteden.
Om een uur of zes krijg ik slaap en ga ik naar bed. Rond het middaguur sta ik te uwer beschikking.

zondag 25 september 2011

40.

Ik heb net Harlan Coben’s veelgeprezen thriller Spoorloos gelezen – Coben wordt een grootmeester genoemd – en ik weet zo langzamerhand wel dat het meestal zal tegenvallen. De actie begint, bij wijze van spreken, in Tanger, gaat dan verder in Noorwegen, verplaatst zich dan tot Istanbul, gaat dan verder in Abchazië om te eindigen in Wenen.
Zo moet je een boek niet schrijven.
Als je een verhaal wilt schrijven, zeg ik maar voor iedereen die het weten wil, beperk je dan tot één of hooguit twee plaatsen waar het verhaal gebeurt. Coben’s verhaal had ook probleemloos beperkt kunnen worden tot twee plaatsen (en een moord minder, moet ik zeggen).
Maar het zal wel met de globalisatie te maken hebben, of tenminste, met de Amerkaanse variant ervan. Je vliegt immers vanzelf even van New York naar Alberta of naar San Jose, en dan gebeuren daar vanzelf dingen. In Guadalcanal gebeuren, in zulke romans, heftige dingen.
Iets anders is dat Coben een personage nodig heeft dat ‘Het spook’ wordt genoemd. Een albino-achtig wezen, dat bovendien zeer sterk en krachtig is. U weet, en ik weet, dat zulke dingen niet samengaan, of tenminste al in de puberteit worden onderdrukt.
Het boek van Coben zit ook nog vol met bijvoorbeeld een New Yorkse pooier die verzorgd wordt door een hoer van hem die eerder al door hem verminkt is geworden, enzovoorts, dus u begrijpt wel hoe een plezier het was om zo’n boek te lezen.

woensdag 21 september 2011

39.

We kunnen vanaf vandaag met z’n allen op Google Plus! Zomaar. Zonder geïnviteerd te hoeven worden. Wat prachtig. Als ik nu lid van Google Plus zou worden, zou ik dit filmpje erop zetten, want dat filmpje kende u nog niet, maar ik word geen lid.
Ik heb daar diverse redenen voor.
1. Ik heb geen tijd voor die sociale media. Aan Twitter was ik binnen een week verslaafd. Aan Facebook niet, maar dat heb ik ook maar laten zitten: een te groot onzingehalte. Google Plus zal dat ook geven.
2. Wat ik kwijt wil, schrijf ik op mijn blogs en op Nurks. Wie het wil lezen, kan het lezen. Daar heb ik en daar heeft u geen sociale media voor nodig.
3. Noem mij ouderwets, maar ik vind het tutoyeren, zoals ook Google Plus nu doet, onhebbelijk.
4. Ik gebruik het internet meer en meer voor informatiewinning. Daarvoor moet je niet zijn op de sociale media, daarvoor moet je bijvoorbeeld zijn op Wikipedia, Project Gutenberg, YouTube, Vimeo, StumbleUpon of je Google (of andere) Reader.
5. Voor mijn plezier lees ik: boeken of e-boeken. Ik heb de afgelopen week bijvoorbeeld de Ripley-boeken van Patricia Highsmith herlezen. Vandaar dat u zo weinig van me hebt gelezen, de laatste dagen.

woensdag 14 september 2011

38.

Wat is er leuker in het leven dan een schrijver te ontdekken? Ik was op zoek naar het Oudengelse woord voor about en stuitte zo op de Franse schrijver Edmond About (1828-1885). Ik had wel eens gehoord van de naam, maar ik had nooit iets gelezen van hem.
Dat heb ik nu wel, dankzij Project Gutenberg: L’homme à l’oreille cassée (1862). Als u geen Frans kunt lezen, is hier de Engelse vertaling. Zijn stijl van schrijven doet me denken aan Georges Perec, maar ook en vooral aan Toergenjev: zo schreef men, als men schrijven kon, anderhalve eeuw geleden.
Ik ben alweer vergeten wat about in het Oudengels nou was.

P.S. Nóg leuker: mijn tweede ontdekking van vandaag: The power of mesmerism uit 1891!

donderdag 8 september 2011

37.

Een van de eerste elpees die ik kocht, was John Wesley Harding van Bob Dylan. Ik was dertien of veertien en ik begreep niets van de hoes van die elpee, maar daar is nu verandering in gekomen. Er stond eigenlijk maar één nummer op dat ik prachtig vond: Dear landlord. Ik kan het nog steeds meeneuriën.
Want vroeger was het zo, jongens en meisjes, dat je singles-artiesten had en elpee-artiesten. Je had, zeg maar, de Beatles en de Rolling Stones en je had de Cream en Frank Zappa, en ik was van de Cream en van Zappa. Ik was dus ook van Dylan, diens I want you (van een vorige elpee, die ik nooit heb bezeten) beschouw ik nog steeds als een wereldhit. Vroeger dacht ik ook nog dat Dylan een groot dichter was, maar van dat idee ben ik teruggekomen.
Een beetje fatsoenlijke dichter, weet ik nu, wijdt niet uit over bijvoorbeeld een queen of spades, hoe mooi het ook mag rijmen. Dylan doet dat wel, maar wat hij nu precies bedoelt met zijn schoppenvrouw blijft mij onduidelijk. Maar misschien heb ik helemaal ongelijk: er zal wel een diepte-artikel bestaan over die schoppenvrouw op deze site, die ik u overigens van harte aanbeveel: daar is het internet voor opgericht, voor zulke sites.
Maar waar ik naar toe wilde. Van dat Dear landlord naar bijvoorbeeld Byrd’s Tristitia et anxietas, dat lijkt me toch niet een grote ontwikkeling. Het is allebei droevige muziek, zoals muziek moet zijn.

zaterdag 3 september 2011

36.

Ik houd zeer van de kattelieke muziek van bijvoorbeeld Pierre de la Rue (Piet van der Straat, maak ik een grapje), hoewel ik geen katholiek of christen ben. Verre van, ik heb in mijn leven, net als Gijs, Gods naam vooral gebruikt in woorden als Godverdomme en Godsjezus. Toch houd ik van die muziek. Hoe zou dat komen? Ik weet het niet, het zal misschien te vergelijken zijn met mijn liefde voor J.S. Bach: ook zeer christelijke muziek. Vind ik ook erg mooi, en speciaal als Glenn Gould het speelt.
Maar ik ben een zeer verknoopt persoon: ik kan niet houden van ‘de klassieke muziek’, Mozart, Beethoven, Brahms en al die verdere Donauzwemmers. Ook houd ik niet van de vroegere Franse, Russische of Tsjechische muziek. Pas van wat er sinds de jaren vijftig of zestig is gemaakt, waardeer ik soms iets. Gorecki bijvoorbeeld, die kan niet stuk bij mij.
Je bent een ouderwets stuk vreten, zult u zeggen. Dat ben ik ook.
Wat ik verder mooie muziek vind, dat is bijvoorbeeld Tangled up in blue van Dylan, en dat is voor de meeste lezers van dit magazine ook alweer muziek van lange tijd her. Ik houd de moderne muziek ook niet bij, moet ik zeggen.
Maar waar ik wel belang in stel, vreemd genoeg, dat is de heavy metalmuziek van bijvoorbeeld Brain drill. Voortreffelijke drummer, voortreffelijke bassist, voortreffelijke gitarist, afschuwelijke zanger. Die muziek zet ik soms ’s avonds laat nog even op, voordat ik naar bed ga.

maandag 22 augustus 2011

35.

Ontmoet de bijna 0-jarige Zachary Jones. Beroep: iPhone app developer. Wij maakten eerder al melding van 15- en 16-jarige jongens en meisjes die hun eigen iPhone apps maakten en daar geld mee verdienden. Een sensatie bracht deze week de 7-jarige Connor Zamary, die zijn eigen bedrijfje Toaster Pop opzette. Nu dan een ware aardverschuiving: Zachary Jones is nog niet geboren, zit nog in de baarmoeder van Clare Jones-Middleston, waaruit hij pas over een maand of drie tevoorschijn zal komen, en NU AL is hij een begenadigd iPhone app developer!
Zijn eerste app was SpeakBeforeYouAreBorn, onmiddellijk gevolgd door FartBeforeYouAreBorn, waarna moeder Clare direct aanvoelde dat zij een genie op de wereld zou zetten. Haar vrucht maakte zijn eigen PowerPoint, schreef investeerders aan en begon het bedrijf The One Calf. Hoe het staat met de omzetcijfers van The One Calf is bij het verschijnen van dit bericht nog niet bekend.
Vader Fred Jones (voorheen loodgieter) is er vast van overtuigd een grote slag te zullen slaan met zijn toekomstige kind, maar hij vindt wel dat een normale schoolgang, ook voor Zachary, verplicht is.

zondag 31 juli 2011

34.

Had nu niemand... Eén voorbeeldje maar! Had nu niemand bijvoorbeeld Max kunnen waarschuwen tegen de gevaren die iemand kunnen overkomen te Groet. IEMAND?
Ja, ikzelf had hem kunnen waarschuwen. Heb ik niet gedaan, en dat zal me tot het einde toe blijven achtervolgen. Ik heb hem wel een mail gestuurd: ‘Mijd Groet!’ Maar hij is er toch naar toe gegaan. Met zijn vrouw en zijn lieve zoon. Hij is er toch naartoe gegaan.
Onderwijl had hij mij de redactie van Nurks overgegeven. Zwaardere taak bestaat er niet. Maar: ik heb die taak zo goed en zo kwaad als het ging op mij genomen.
Nu zal ik u moeten verhalen wat er te Groet is gebeurd.
Gistermiddag. Terwijl ik bezig was victualiën te verzamelen (en ook een fles Schotse port, schaam ik mij u mede delen), hoorde ik plotseling bij de kassa geluiden. ‘Groet! Bomaanslag!’ Ik rende (want zo ben ik wel, als Nurks-redacteur) naar de cassière, die de geluiden maakte.
‘U wát?’ vroeg ik haar. Men wordt soms wat kortademig.
‘U mag niet voordringen,’ antwoordde het meisje, en ik maakte plaats. Toen ik aan de beurt was, siste ik haar toe: ‘Wanneer? Hoe? Welke locatie?’
‘Te Groet,’ antwoordde ze, en ze begon mijn artikelen af te rekenen. U begrijpt mijn afkeurende reacties misschien, en ook mijn reactie op ándere mensen die daar boodschappen wilden afrekenen. ‘Maar in Groet is zojuist een bóm afgegaan, begrijpt u mijn zorgen?!’ Niemand leek er enige boodschap aan te hebben, ze keken glazig om zich heen. Een bom!
Wat voor bom? NIEMAND in dit egocentrische Egmond aan Zee lijkt zich er om te bekommeren! Men doet hier alsof het leven gewoon verder gaat. Bom gevallen, denkt men, leef maar voort. Men denkt waarschijnlijk: een bom die tien kilometer verder valt bij een precision bombardement... Maar die bom kan wél Max en zijn lieve familie hebben getroffen! Jammer, zegt de piloot dan. JAMMER, yes.
Totdat wij van overheidswege de namen van de slachtoffers krijgen, blijf ik uiteraard de plaatsvervangende hoofdredacteur. Eventueel, áls inderdaad Max het slachtoffer zal blijken te zijn geworden van deze bomaanslag te Groet, dan zal IK uw geweldige hoofdredacteur worden! Dus voor u verandert er niets!

woensdag 27 juli 2011

33.

- Dag Max.
- Hallo, jongen. Ik heb je alweer een tijd niet gezien.
- Nee. Ik was eerst bezig aan Karel VII en ...
- Even hoën. Je was bezig aan Karel VII. Leg uit, dan weet ik waarmee je bezig was.
- Karel VII, zo noemen ze bij Uitgeverij Van Oorschot het Verzameld Werk van Karel van het Reve, deel VII. Het laatste deel. Dat zijn bij elkaar zo’n 7000 pagina’s. Die pagina’s moesten allemaal gecorrigeerd worden en dat corrigeren werd door zo’n twintig vrijwilligers gedaan, om de kosten te drukken. Ik was één van die twintig, ik ben bij de club gehaald door Wouter van den Berg, in 2008.
- En wat krijg je nu voor dat werk, Ben?
- Ik heb alle zeven boeken gekregen, dat wil zeggen, deel VII krijg ik ook. In geld uitgedrukt is dat in totaal dus zo’n 300 euro. Je moet maar eens langskomen met een grote tas, dan kun je ze van me lenen. In de Nederlandse taal zijn er drie grote schrijvers geweest: 1. Multatuli, 2. Elsschot, 3. Karel van het Reve. Misschien zijn er vier grote schrijvers geweest, als ik Gerrit Komrij erbij tel. De hele verdere rest doet niet mee.
- Dat zeg jij.
- Dat zeg ik, ja. Iedereen mag zijn eigen lijstjes maken. Maar na Karel VII had ik nog Top of the Blogs, een boekje van 225 pagina’s, dat ik moest corrigeren voor de tweede druk, en dat is nu ook klaar. Gelukkig kon dat gewoon op de computer. Dat is trouwens een zeer aardig boekje, van 41 blogschrijvers die volgens de redactie het beste hebben geleverd. Dus jij staat er in, ik sta er ook in, terwijl ik helemaal niet het idee heb dat ik thuishoor in die club. Ik ben lang niet de beste, bedoel ik.
- Je moet weer eens in Dirkswoud gaan rondkijken, Ben.
- Ja, dat moet ik eigenlijk maar weer eens gaan doen.

zondag 24 juli 2011

32.

Ik volg altijd de mensen die in Zomergasten komen. Soms zijn het – als je geluk hebt – interessante geleerden of schrijvers of schilders of leuke cabaretiers. Het lijkt nu alsof het aantal interessante mensen op is. Vanavond hadden ze Marc-Marie Huijbregts, zoals je zijn naam spelt, merk ik nu op google. Een minder soort acteur of zanger of cabaretier. ‘Zing eens gewoon,’ zei zijn vader eens, toen hij hoog begon te zingen. Dat was een wijze raad.
Men vraagt zich af hoe zo een zelfingenomen mens zo vaak op de televisie mag. Ik herinner me nog hoe het publiek applaudisseerde toen hij zonder toupetje verscheen, en hoe hij daar toen een verklaring voor gaf. Dat deed hij in deze Zomergasten ook weer: hij was zo androgyn, hij had twee zusters etc., dus het was meer dan ijdelheid, kortom.
Ik heb niet zijn hele verklaring afgewacht, want op Eurosport was op hetzelfde tijdstip de finale bezig van het Australian Open van het snooker tussen Mark Williams en Stuart Bingham. Williams is de nummer één van de wereld, Bingham is de nummer dertig, ongeveer. Hij lijkt een kruidenierszaak te leiden in Preston. Hij heeft geen bottle, zoals zijn mede-snookeraars het zeggen: hij kwam nog nooit verder dan een kwartfinale.
Maar hij stond 5–8 achter en hij won met 9–8, een uitzonderlijke prestatie. Ik ben blij dat ik het gezien heb, en dat ik niet verder gekeken heb naar het gewauwel van Marc-Marie Huijbregts. Ik schakelde af en toe wel terug naar Nederland 2, want je weet nooit. Marc-Marie kwam bijvoorbeeld aan met Jessey Norman, die de Marseillaise zong in 1989 in Parijs, en hij zei daarbij: daar staan Henk en Ingrid ook van te genieten!
Mijn mening in deze: als dat is waarvan Henk en Ingrid genieten, laat ze! Geef daar dan maar geld aan uit. Maar probeer ook wat geld vrij te maken (geld dat je uitspaart door bijvoorbeeld een jaar of vier lang niets te doen aan de fietspaden in Drenthe, Overijssel en Noord-Spaarneland) voor de paar musici in Nederland, die nog iets interessants doen, de paar schilders die ook iets interessants doen, de toneelspelers etc.

31.

Juli lijkt wel de dodenmaand geworden: gestorven zijn Lucian Freud, Johnny Kraaijkamp, Ina van Faassen, Johnny Hoes, Amy Winehouse, wier naam ik altijd verkeerdelijk als Amy Whitehouse heb onthouden.
Ina en de beide Johnny’s waren al oud, Lucian ook. Maar Amy was nog maar 27. Net zo oud als Brian Jones, Jimi Hendrix, Janis Joplin, Kurt Cobain. Oorzaak van haar dood: een combinatie van drank, crack en cocaïne. Een overdose.
Ik vraag me dan altijd af hoe je sterft. Ik denk eenvoudig: je gaat liggen en je gaat slapen en tegelijk kotsen en je krijgt geen adem meer, want de kots zit in de weg, en je bent er geweest. Amy was ook al zeer mager geworden, zag ik. Te weinig gegeten, teveel crack.
Net als bij die Noorse affaire denk ik dan niet: je bent een heerlijk beweginkje begonnen, Geert! (hoewel dat wel het minste zou zijn wat je moet denken, vind ik), ik zoek troost in het verleden, bijvoorbeeld bij de bijna duizend jaar oude muziek van Leoninus. Zijn Gloria in excelsis deo klinkt daar goed voor.

vrijdag 22 juli 2011

30.

Ook ving het aan te regenen. Dat is een wat deftige, plechtige manier om te schrijven dat het nat werd. In het gesproken Nederlands komt zo’n zin niet voor, en in de boeken van Jan Wolkers, Louis Paul Boon of W.F. Hermans zul je zo’n uitdrukking tevergeefs zoeken. Wel zou je je kunnen voorstellen dat Gerard Reve die zin eens heeft opgeschreven. Nietwaar, zijn hoofdpersoon heeft nare dingen meegemaakt, en dan geeft hij er als toetje bij: ook ving het aan te regenen.
Dat kan zijn effect hebben.
Maar het beste effect heeft die zin als je hem gebruikt in een tekst zonder al die zoude’s en medelijwekkende’s, in een gewone mensentekst dus over bijvoorbeeld een nare gebeurtenis die deze of gene overkomen is. Die nare gebeurtenis geef je dan nog wat meer ironisch cachet door te zeggen: ook ving het aan  te regenen.
Je kunt dan eigenlijk niet schrijven: ook begon het te regenen. Dat betekent wel hetzelfde, maar het maakt niet wakker in de lezer wat je wilt doen ontslapen: het idee dat het helemaal niet begon te regenen.

donderdag 21 juli 2011

29.

Als nu een willekeurige politicus zou overlijden, of een willekeurige abstracte schilder, of een willekeurige fotograaf of filmer, of een willekeurige schrijver, dan zou ik me daar niet om bekommeren.
Maar nu is Lucian Freud, de realistische schilder (van wie hierboven een zelfportret) op 88-jarige leeftijd overleden. Hij had een kort ziekbed, gelukkig.
Hij was één van mijn helden. In de jaren zestig en verder bleef hij gewoon realistisch schilderen, toen dat bepaald niet in de mode was. Hij werd pas bekend in de jaren tachtig van de vorige eeuw, toen langzamerhand de kunstconsument eens wat anders wilde dan wat de gemiddelde kunstenaar aanbood: doosjes met lappen, noemde ik dat toen.
R.I.P., Lucian Freud.

28.

Op de Atheïstische Conventie van dit jaar die in Dublin gehouden werd, sprak onder vele anderen Richard Dawkins. Hij zei dat het het beste was, niet om religieus denkende mensen idioten te noemen, maar om hun ideeën idioot te noemen. Als iemand zegt: het Boek van Noah heeft veel waarde voor mij, dan moet je gewoon even vragen hoeveel beesten er op Noah’s ark pasten. Dan zeg je dat er nu zo’n 5 miljoen soorten beesten leven. Als die allemaal (dus 10 miljoen) op die boot pasten, vraag dan even hoe groot die boot wel niet moet zijn geweest.
Vraag ook even of er genoeg voer voor bijvoorbeeld de leeuwen, tijgers, luipaarden, gieren, mollen, meeuwen en torren aan boord was.
Verder had Dawkins het over consciousness raising. Ik weet dat niet anders te vertalen dan: mentaliteitsverandering. Ja, het is waar dat er een hoop mentaliteit moet worden veranderd. Ongetwijfeld.
We hadden een extreem domme vent als Amerikaans president, die bijvoorbeeld Afghanistan en ook nog Irak binnenviel. Dat had hij ook niet kunnen doen, en dat was veel beter geweest. 
We hadden en hebben een extreem domme Nederlandse regering, die nu bijvoorbeeld vechtmissies naar Kunduz stuurt. Wacht maar op de eerste doden.
We hebben een minister Verhagen die er alles voor doet om de kernenergie uit te breiden, en niet bijvoorbeeld de zonne-energie, hoewel kernenergie onschatbaar veel duurder uitvalt en ook zo hopeloos ouderwets is.
Dat zijn allemaal dingen waarover je een seconde nadenkt, en dan weet: een kleine mentaliteitsverandering zou wonderen doen. 
Richard Dawkins had het over het benoemen van katholieke kinderen, moslimkinderen, joodse kinderen. Hij had natuurlijk gelijk: dat zijn allemaal gewone kinderen. Je noemt een kind ook niet een Keynesiaans kind of een communistisch kind of een postmodern kind.
Die kinderen worden katholiek of joods genoemd omdat de ouders ook katholiek of joods zijn. Maar het vreemde is: ik ben nog nooit een katholiek kind of een moslimkind of een liberaal kind of een antifascistisch kind tegengekomen. 
Wel ben ik éénmaal gestuit, en dat ga ik u niet uitleggen, op een ‘palingkind’.

dinsdag 19 juli 2011

27.

Je ziet vaak in Amerikaanse politieseries een moordenaar bekennen: ‘And then I MUHRRDERED her!’ Gevolgd door een huilbui. Er wordt dan nog gevraagd hoe de verdachte het heeft aangepakt, en de verdachte roept dan geheel overstuur: ‘With my KITCHEN KNIFE!!!’ Weer een huilbui, want dat willen we allemaal graag zien.
Totaal in tegenstelling daarmee deed BTK (Dennis Rader) het, een jaar of zes geleden. Hij zei gewoon: eerst pakte ik meneer Otero, daarna mevrouw Otero, toen  hun zoontje en tenslotte pakte ik het dochtertje, dat ik ophing in de kelder van hun huis. De rechter vroeg nog: wat deed u daarmee? Rader: ik had er seksuele fantasieën bij.
Totaal geen berouw. Geen spijt, niks.
Rader was een erge moordenaar, maar was hij minder erg geweest als zijn bekentenis meer ‘gemeend’ was geweest? Met meer compassie voor de nabestaanden, bijvoorbeeld? Ik geloof het niet.
Eerder op de avond zag ik op Canvas iets over de Pink Panthers (dat is een bende Servische overvallers van juweliers, die in geheel Europa actief is, al tien jaar lang – Servië moet dus alleen maar Europees kunnen worden, zolang die bende achter de tralies zit, zou ik zeggen. Niet eerder). In dat programma kreeg je één van die Serviërs te zien, die aangesproken werd in een Montenegrijnse gevangenis, met vertoning van zijn foto bij één van die overvallen. Tijdens zijn proces waren ook getuigen van de overval die hem aanwezen, maar hij blijft gewoon keihard ontkennen.
Dat ontkennen van die Serviër lijkt veel op die bekentenis van Rader, vind ik. Ze hebben gewoon geen geweten, zulke mensen.

maandag 18 juli 2011

26.

Het schijnt tegenwoordig mode te zijn je aan te melden bij Google+. Je zou er geweldig op vooruit gaan. Ik heb ook al een paar uitnodigingen ontvangen, maar ik begin er maar niet aan: ik geloof er niets van dat je er ook maar een cent mee opschiet. Zoals je ook niets opschiet met Facebook of Twitter.
Twitter is natuurlijk interessant vanwege die 140 karakters waarbinnen je je boodschap moet vervatten. Dan zou je bijvoorbeeld met een buurman of -vrouw een verhaal kunnen gaan vertellen, waarbij de een na de ander een zin levert (er is wel een twitteraar met wie ik dat zou willen doen: Max!), maar verder lijkt Twitter me een zinloze en ook hopeloos de tijd vullende onderneming.
Waarom zit een verstandig mens op internet? Om onbekende dingen te ontdekken, zou ik zeggen. Ik heb vandaag de Cispadaanse Republiek ontdekt, die van 1796-1797 heeft bestaan.
Zo’n ontdekking doe je niet elke dag natuurlijk, maar je doet toch je best. U wilt natuurlijk weten hoe ik daartoe gekomen ben. Wel, ik luisterde naar verschillende video’s van Black Sabbath met Ozzy Osbourne op YouTube (ik ben geboren in 1953 en toen ik 17 jaar was, kwam die muziek uit; ik vond het toen schitterende muziek – dat vind ik nog steeds. Al vind ik ik Ozzy nu wel een betreurenswaardige figuur.) Daarna zocht ik iets op over de Franse revolutie en over Napoleon – waarom weet ik niet meer – en toen kwam ik geleidelijk op die kortstondige republiek.

zaterdag 16 juli 2011

25.

Ik was ten einde raad, afgelopen woensdag, toen mijn computer het definitief begaf. Het was nog zo’n XP-dingetje en ik heb ruim vijf jaar lang dagelijks op het apparaat gewerkt. Ik heb veel op mijn blogs geschreven, veel gelezen in mijn reader en in e-boeken, veel tv en video gekeken, veel geluisterd naar mooie muziek, en ik dacht: dat moet wel een ernstige verslaving zijn geworden. Ik zou me wel snel gaan zitten vervelen.
Maar ik heb me drie dagen lang, in alle rust, heerlijk vermaakt. Eindelijk had ik eens de tijd om het Verzameld Werk van F.B. Hotz te lezen. Ik had ook de tijd om, kalmpjes en met een kop koffie bij de hand, uit te zoeken waarom Timman (in de partij Timman-Ljubojevic, Amsterdam 1986) niet gezien had dat hij 37. Ld5 had moeten doen. Waarschijnlijk tijdnood. Ik besloot nog een uurtje aan de stelling te besteden, die is glad gewonnen voor wit, daar helpt geen moedertje lief aan, Ljubo!
Ik wilde ook het schaakkunstenaarschap van Vlastimil Hort – die ik altijd zeer heb bewonderd – nog eens onderzoeken. Ik bezit alle schaakpartijen der groten van 1965 tot ongeveer 1999 in enigerlei vorm: knipsels, schaakbladen, boeken. Ik weet niet wie er tegenwoordig wereldkampioen schaken is, maar ik weet nog wel hoe Kortsnoj van Andersson verloor, na een Bogoljubov-opening, op 29 december 1971 te Hastings.
Ik had ook stapeltjes te (her)lezen boeken klaargelegd: boeken van Nabokov, Perec, Muir, Zinovjev, Orwell.
Maar vanochtend kwam mijn goede broer Jaap bij me op bezoek. Hij stelde me voor mijn breedbeeldscherm (dat ik ongeveer een maand geleden had gekocht) te ruilen voor zijn laptop. Ik zei oké en daar heb ik dit stukje op zitten tikken.

woensdag 13 juli 2011

24.

Vroeger, elders. Zo zou ik deze Stijloefening – ter ere van Max Molovich – willen noemen.


Ik heb geen zonen of dochters, dus daar kan ik ook niet mee de bus uit komen. Ik moet – met zere benen, want ik ben al betrekkelijk oud en betrekkelijk gammel – alleen lopen, vanaf huis loop ik dus. De Voorstraat steek ik over, ik ga naar de Duinstraat en dan moet ik traplopen (dat is erg), het Staalduin op. Op het Staalduin stond vroeger de vuurtoren van Egmond aan Zee, dat is nu 200 meter vanaf de kustlijn, en dat was het vroeger ook. Ik heb dat altijd vreemd gevonden.
Als ik boven gekomen ben, kan ik godzijdank een paar minuten uitrusten, want daar heeft de gemeente voor een bankje gezorgd. Mijn tas met vier boeken zet ik naast me op het bankje. Ik rol een halfzwaar shagje van het merk Jakobs, dat nu Lucky Strike als merknaam heeft, maar nog steeds goed smaakt.
Terwijl ik wat rondkijk naar al het gefluister in de tuinen van insecten en vogels, komt er een dame met zwart golvend haar en met een ouderwetse zonnebril in heur haar gestoken (‘functieloos bebrild’, denk ik meteen; je kon gelukkig wel haar ogen zien), die mij in een Franco-Engels accent vraagt: ‘Vère iz ze post office, pleaze?’
Ik kan haar een perfect routeplan voorleggen (‘You go down here, and then you go to the left. The second street to the left, that is. You follow that street, and then you come on the Pomp Plain. There you see the shop of Dekker & Dekker and in that shop, there is the post office. It is easy!’), maar al voor ik uitgesproken ben, verlaat ze me voor een weinig opzienbarende figuur in een Renault, over wie ik Max Molovich helaas niets heb horen vertellen, en over wie ik ook niets meer weet te vertellen dan dat het een tamelijk dikke figuur was met donker haar en een onbetrouwbaar uiterlijk.
Wat je niet meemaakt, nietwaar. Mijn benen doen niet zo’n pijn meer en ik besluit door te lopen. De bibliotheek is nu niet ver meer: twee straatjes. Die vijfmaal ‘niet’ in de afgelopen vier zinnen doen hier geen kwaad volgens mij. In de bibliotheek merk ik dat ik mijn tas met die vier om te ruilen boeken vergeten ben. Die staat dus nog op dat bankje. Ik zeg dat tegen een bibliothecaris, die meteen aanbiedt om die tas te gaan halen: Egmonders zijn een zeer vriendelijk volk. We leven net boven de Randstad, en we doen niet zo moeilijk. Terwijl die bibliothecaris die tas ophaalt, kijk ik bij de Q. Ik wil ‘Stijloefeningen’ van Raymond Queneau hebben. Dat boek is niet aanwezig. Als die bibliothecaris terug is met mijn boeken, en me geruststellend toezwaait, zeg ik het tegen hem.
‘Dan hebben ze het wel in een andere bibliotheek,’ zegt hij, ‘dus dan vraag ik het op en dan is het hier over twee dagen. Is dat goed?’ Uiteraard is dat goed, ik pak mijn tas en loop nog even langs de N van Nabokov en de P van Perec, van wie ik een paar boeken pak.
Daarna begint de terugreis naar mijn huis, die vanzelfsprekend vlotter verloopt dan de heenreis, want nu kan ik afdalen. Ik loop nog even bij Babyhuis Peters binnen, waar ze schoentjes hebben ‘voor een ongeveer anderhalf jaar oude baby’, want dat had ik mijn lieve zus beloofd.

vrijdag 8 juli 2011

23.

Gisteren was Gemeen Kutwijf (GK) dus bij me. Ik zou haar ophalen bij de bushalte, die tegenover mijn huis is, maar ik viel onderweg over de ongeregeld aangelegde trottoirtegels. Daar zal ik de gemeente nog wel eens over onderhouden! Terwijl ik daar lag, kwam Gemeen Kutwijf al aanwandelen. ‘Kunt u mij vertellen waar...,’ vroeg ze. Ik zei meteen: ‘Nee, mevrouw. Geen sprake van!’
Ze liep weer door, en ze liep naar mijn adres toe, zag ik vanuit kikkerperspectief, want ik lag daar nog steeds op de grond. Dus ik stond op en trippelde achter haar aan. ‘Uw kunstenaar!’ zei ik haar. ‘Een dahlia,’ antwoordde ze beleefd. Ik haalde mijn hand over mijn bebloede kaak, en zei: ‘U zei?’
‘Dahlia is mijn echte naam,’ zei ze. 
‘Ik blijf u toch maar onthouden als Gemeen Kutwijf,’ zei ik, terwijl ik mijn voordeur opende. ‘Komt u binnen, en kijkt u maar goed om u heen!’
‘Ça ça,’ mompelde ze volgens mij, terwijl ik struikelde over de drempel. Ik stond op en zei: ‘Zal ik u koffie voortoveren, mevroj?’
‘Doe mij maar een barbe à papa,’ zei ze. Vervolgens besteedde ze enige minuten aan het verzorgen van mijn wonden: mijn kaak, mijn rechterknie, mijn beide ellebogen.
Zodra ik weer was hersteld (en ik, tegen de zenuwen van het moment, een Mariënburgje had geledigd), liepen we door de prachtige Boorstraat, in de richting van de diverse terrassen.
Daar was ook een suikerspintentje, overgebleven van de kermis ongetwijfeld. ‘Oh là là!’ kreet Dahlia. Zij ging er op af en keerde terug, of retournait avec deux barbes à papa. Het is belangrijk dat je iets leert, zeg ik altijd.
’s Avonds, toen ze alweer was vertrokken, heb ik nog een abstract kunstwerk gemaakt, met de kleuren blauw, wit en rood, die ik omgespateld heb tot een fantastische creatie.

donderdag 7 juli 2011

22.

06.14 uur.
Ik besluit maar op te staan. Ik herinner me weer het opwindende email-verkeer van gisteravond met GK (Gemeen Kutwijf), waarin ze bijvoorbeeld zei: ‘Ik kom langs, om je abstracte kunst te zien, en ik kom morgenmiddag om twee uur vijftien, dus ben je dan thuis?’
Laat ik eerst maar eens een glaasje Mariënburg tot me nemen.

08.32 uur.
Ik heb natuurlijk nog veel te doen. Ik moet allereerst de lege flessen in de flessenbak doen, dat sowieso. Dan stofzuigen, dat moet ook weer eens gebeuren. Dan de keuken en het aanrecht! Niet vergeten. Maar ik neem eerst nog maar eens een Mariënburgje.

10.18 uur.
Het schoonmaakprobleem blijkt groter dan ik had gedacht: er zitten nog tal van spinnennesten overal. Dat is gebleken bij nadere inspectie van plafonds en van hoeken overal in de kamers. Ook de wc is niet van vreemde smetten vrij. Die moet ik dus ook terdege behandelen. Ik neem eerst nog maar eens Mariënburgje. Proost!

11.42 uur.
Kwart voor twaalf: een mooie tijd om te beginnen aan de dag. Een Mariënburgje, dat zal me de dag wel doorhelpen. Ik kan nog niet op kleur komen.

12.24 uur.
Ik héb geprobeerd mijn stofzuiger aan de praat te krijgen, maar een elektrisch wonder sloeg toe: hij stopte ermee. Welnu, redeneer ik, en ik zeg alle bewoners dezer aarde een welgemeend Mariënburg-proost toe!, dan maar niet. GK komt toevallig niet om een schoon huis te bekijken, ze komt om mijn abstracte kunst te zien. Daar gaat het om!

13.18 uur.
GK zegt net dat ze met de bus hier komt. Dan moet ik haar dus bij de bushalte opwachten, want zo ben ik wel. Ik heb nog even met een doekje alle vlekken die je hier en daar zag, opgeruimd, zodat de tafel niet meer kleeft. Wat kan een mens redelijkerwijs verder doen? Niets. Ik neem nog een glaasje Mariënburg.

14.13 uur.
Ik heb nog even een stuk of tien schilderijtjes ‘logisch’ opgesteld, zodat GK die onmiddellijk ziet, en ik heb nog een Mariënburgje genomen, tegen de zenuwen. Ik heb ook nog even die bezem náást die plantenbak gezet. Dat moest. Bezem, proost!, náást de plantenbak. Niet erin.

21.

Wij, ouderen, zijn nooit bedwelmd geworden door de poëzie van Annie M.G. Schmidt. Ik denk tenminste dat haar poëzie pas doorkwam in de jaren zestig, en toen zaten wij al aan Woutertje Pieterse.
Waar wij vól van waren, dat waren De vlegeljaren van Pietje Bell. Wat een prachtig boek, dat zal ook Gerrit Komrij jullie bevestigen. Het is een grote vergissing van de schrijver Chris van Abkoude geweest om Pietje te laten vliegen, en wel naar Amerika. Hij had het beste nog veel problemen kunnen hebben gekregen met tante Cato, met die wrat op haar neus.
Daar stopte ook mijn jeugdlectuur. Ja, ik las nog wel wat boeken van Jules Verne en boeken met Old Shatterhand, waar ik me niets meer van herinner, maar ik las opeens verhalen van Tsjechov, toen ik een jaar of 12 was.
Er was toen, in Limmen (dorp waar ik geboren ben), een bibliotheek die gevestigd was in het katholieke Parochiehuis, vlakbij de kerk. Daar heb ik in de jaren 1965-’66 vele heerlijke uren doorgebracht. Maar ik pakte er toen ongebruikelijke schrijvers uit, zeker niet Annie Schmidt.

woensdag 6 juli 2011

20.

Slaapwandelen. Ik heb het in mijn vroege jeugd ook gedaan: dan slaapwandelde ik de trap af, ging de kamer met de tv binnen, en werd ik wakker met Bonanza. Een kwartier later ging ik, geholpen door mijn moeder (‘Doe nu maar niet zo raar meer, jongen’) weer naar bed. Mijn vader giechelde alleen maar wat.
Ik heb later gevraagd aan mijn moeder hoe dat nu ging. Ze zei: ‘We hoorden je de trap voorzichtig afkomen, en toen stond je een minuut of tien aan die deur te morrelen, voordat die open ging, en daar stond je. Dus ik ging naar je toe en maakte je gewoon wakker.’
Hoe maakte je me wakker, moeder? ‘Nou, ik sloeg je gewoon op je wangen.’
Dit was een opvoedkundig advies, jonge ouders. Zo moet het dus.
Door deze ervaringen weet ik dat  een moordenaar niet in slapende toestand zijn schoonmoeder of zijn geliefde of wie ook kan vermoorden. Daar was net een programma over op National Geographic, waar ze ook lieten zien dat een kerel twintig kilometer in zijn auto reed, stoplichten gehoorzaamde enzovoorts, en vervolgens zijn schoonmoeder vermoordde, met ik weet niet hoeveel geweld.
Uiteraard gebeurde dat in Amerika, waar je het gebrekkige systeem van jury-rechtspraak hebt. Laat ons bidden dat wij dat systeem nooit zullen invoeren.

maandag 4 juli 2011

19.

Het Rooms Katholicisme is wel het raarste geloof op deze wereld. In Nederland zijn bijna geen katholieken meer, God zij geloofd en geprezen, maar uit historisch oogpunt zal ik enkele fijnheden van dit geloof naar voren brengen.
Het katholicisme is geen monotheïstisch systeem. Het kent drie goden: God de Vader (met baard), God de Zoon (Jezus, ± 0-33, ook met baard) en de Heilige Geest (een duif, geen baard). Men zegt wel dat die drie toch maar één persoon zijn, maar dat geloofde ik al niet toen ik vier jaar was. Maria, Jezus’ moeder, speelt ook nog een belangrijke rol in het geheel.
Voorts kent men in het katholicisme de zogenaamde engelen. Dat zijn wezens met twee benen en twee vleugels, maar ook met twee armen. U kent ze wel van de schilderijen.
Daarnaast kent het katholicisme zo’n 2500 bijgodjes: de heiligen, zoals bijvoorbeeld deze Gerardus Majella. Een speciale groep vormen de bescherm- of patroonheiligen. Zo is de beschermheilige van het internet Isidorus van Sevilla (560-636). Wij mogen de heiligen niet aanbidden, zoals de goden, maar vereren mogen wij ze wel. Wat het verschil is tussen ‘aanbidden’ en ‘vereren’ is mij nooit duidelijk geworden.
Zo staan de zaken er in het Westen voor. Het wordt allemaal vreemder en kleurrijker zodra dat katholicisme overgeplant wordt. Zo hebben de mensen van het Mixe-volk in Mexico van de Spanjaarden het Rooms Katholicisme overgenomen, maar ze hebben ook gewoon hun goede oude eigen goden behouden: Poj ’Enee, Naaxwiiñ, Yuuk, Higiñ, Mijku. Mijku is de god van de rijkdom, het geluk, de dood en de onderwereld, met andere woorden de evenknie van de katholieke duivel.

zondag 3 juli 2011

18.

U dacht misschien: het kan in Nederland niet erger dan met de monumentale beeldhouwkunst. Elke keer als er  zo’n ding wordt onthuld, bekruipt je weer een gevoel van schaamte. Eigenlijk is het enige ‘normale’ monumentale kunstwerk De schreeuw, gemaakt door Jeroen Henneman. Het staat in het Oosterpark in Amsterdam. Ik ben er nooit naar komen kijken (want ik lijd aan heimwee en ik weet niet hoe je bij dat Oosterpark moet komen), maar ik heb het ding op foto’s, video’s en op de tv gezien. Het is een prachtig beeld en Henneman verdient een staatsprijs, alleen al voor dit ene beeld.
Maar in Engeland kunnen ze er ook wat van! De foto hierboven is een foto van The sentinel (de waakhond, zou ik vertalen). Dit onding van 16 meter hoogte staat op het Spitfire Island in Birmingham. Het is gemaakt door Tim Tolkien (achterneef van J.R.R. Tolkien, de schrijver). Het stelt inderdaad drie Spitfires voor, en meer valt er volgens mij niet over te zeggen, als je verstandig blijft.
Als je onverstandig bent, zeg je: zo een lelijk beeld heb ik nog niet eerder gezien. Daar ben ik het van harte mee eens.

17.

In Engeland is, zoals u wel weet, alles iets anders dan hier. Stel dat je in Nederland tegen een rechter zegt: ‘Maar ik ben Floris de Vijfde!’ Dat levert je niets op, want die rechters kijken naar wat je gedaan hebt, en naar niets anders.
In Engeland kun je gewoon rondvertellen dat je King Arthur bent, dat nog eens preciseren met Arthur Uther Pendragon, en je kunt ook nog eens voorgeven een druïde te zijn (zoals John Timothy Rothwell, van ongeveer mijn leeftijd, heeft gedaan), je kunt jarenlang, met andere glazig kijkende dames en heren Stonehenge bezoeken. Geen mens zal je daarop aankijken.
Dan word je gearresteerd (zoals Rothwell tientallen keren is gebeurd) en je komt in de gevangenis terecht. Dus wat doe je? Je eist dat je in je normale druïde-dracht gehuld mag blijven, tijdens je hechtenis.
En wat denkt u? Inderdaad. ‘He has had considerable success. Druids on remand (in voorlopige hechtenis) in H.M. Prisons are now allowed to wear their druidic robes.’
Dit is een groot verschil tussen Engeland en onze Lage Landen.

zaterdag 2 juli 2011

16.

Collectanten in merkkleding halen meer geld op dan mensen die in hun alledaagse kleding bij u aan de deur komen, beweren ‘onderzoekers’ van de Universiteit van Tilburg, die we nu ook maar ‘Universiteit van Tilburg’ zullen noemen. Wat een stel onbenullen, ik bedoel niet die collectanten, ik bedoel die onderzoekers, van ongetwijfeld de afdeling sociologie.
Welk onderzoek hebben die onderzoekers daarnaar gedaan? Ze hebben er een groepje in merkkleding en een groepje in gewone mensenkleding op uitgestuurd. Klaar, de uitkomst was: merkkleding wint. Nu hopen ze natuurlijk dat dit onderzoek ook elders nog twintig- of honderdmaal herhaald wordt. Om het bewijs te staven, of weet ik hoe ze het noemen. Ze hadden dit ook zelf kunnen doen.
Als het al interessant genoeg is, natuurlijk. Wat het natuurlijk niet is. ‘Een lasser gekleed in een bruine overall is 2% minder productief dan een lasser gekleed in een blauwe overall’, daar lijkt het nogal op.
Universiteit van Tilburg: ontslaat u de lector of, ongetwijfeld, de hoogleraar, die voor dit onderzoek verantwoordelijk is. Sluit uw deuren voor de sociologen.

vrijdag 1 juli 2011

15.

‘Luister hier eens naar!’ zei mijn vader, aan het eind van de jaren vijftig. Het lied waarnaar ik moest luisteren was Net als toen van Corry Brokken, dat ik nog steeds kan meeneuriën. ‘Daar heeft ze het mee gewonnen in Europa!’ zei mijn vader. Het Eurovisie Songfestival van 1957 of 1958, daar wil ik van af zijn – voor dat soort gegevens kun je uitstekend terecht bij Wikipedia, maar daar ga ik niet naar zoeken. Het kan evengoed in 1955 zijn geweest.
Later, in 1969 of 1970, was mijn vader ook alweer zo enthousiast over De troubadour van Lenny Kuhr (wier achternaam hij overigens als Kúúr uitsprak, want dat die presentatoren steeds maar Koer zeiden, dat leek hem bijna beledigend voor de familie Kuhr). Dat nummer kan ik ook nog steeds meeneuriën.
Dat meeneuriën doe ik ook met alle stukken van Bach, Mozart, Byrd (daar is het wel moeilijk mee, want welke stem moet je volgen?, maar toch neurie ik mee), Zappa, noem maar op. Het meeneuriën gaat ook gepaard met armbewegingen, soms, dus ik dirigeer, zeg maar, Corry Brokken of Glenn Gould. Daar werd ik op gewezen toen Alice, mijn gestorven geliefde, mij eens zei: ‘Het mag ook wat minder kunstzinnig, rare jongen!’
Maar ik heb nog steeds de neiging om bijvoorbeeld bij Gould-video’s (en dit is nog steeds de beste) mee te neuriën, net zoals Gould het zelf deed.

14.

De mensen zeggen altijd: eb en vloed, dat is de invloed van de maan. Maar het is per dag tweemaal vloed, en maar éénmaal staat de maan boven Nederland. Dat is mijn eerste tegenwerping. Mijn tweede: als het hier vloed is, is het ook vloed aan de andere kant van de wereld.
Mijn derde tegenwerping: als die maan zo sterk aan het water kan ‘trekken’, dan moet zij toch nog veel sterker ‘trekken’ aan de lucht. Want die is veel lichter. Maar dat doet zij niet.
Weet iemand hier het antwoord op?

donderdag 30 juni 2011

13.

Het gebeurt elke maand wel: iemand vindt iets op het strand en gaat ermee naar de politie. Nu zijn er veertien ampullen aangetroffen. Ampullen van wel vijf centimeter lang! Wat zou er wel niet in kunnen zitten?
Ik wed: een wit goedje. Zodat de politie (niet het snuggerste deel van onze bevolking, zoals iedereen weet) onmiddellijk denkt: aha! cocaïne, of een terroristische aanval! Je hoort door de telefoons van de politie al de naam ‘anthrax!’ vallen.
Logisch dus dat het strand wordt schoongeveegd van bezoekers. Iedereen eraf, want de politie doet onderzoek! Ik durf nog te wedden dat ze dat onderzoek deden met gasmaskers op.
Het RIVM, waar een paar van die ampullen naar toegestuurd zijn, zal natuurlijk concluderen dat er geen enkel gevaar voor de volksgezondheid is geweest.
Zoals dat zo is geweest met al die koffers die gevonden zijn in treinstations, Schiphol, bushokjes etc. Je hoort één à tweemaal per maand dat het treinverkeer rond Den Bosch of Amstelveen stil is komen te liggen wegens een ‘koffer’. Daar moet dan het leger bij te pas komen, etc., maar evenzogoed zou men kunnen vragen of ik niet die koffer zou willen openen, of een willekeurig ander iemand.
Allemaal in het kader van: doe eens een beetje gezond.

(Naschrift, 24 uur later: het bleken inderdaad geheel onschuldige ampulletjes te zijn. Wel zei de politie: toch maar goed uitkijken, want in contact met water kan het spul explosief zijn. Jawel! Het komt godverdomme vanuit de zee op ons strand, niet? Dat explosief-zijn van die ampulletjes wordt alleen maar verklaard door de grote politie-inzet, nergens anders door.)

woensdag 29 juni 2011

12.

De foto hierboven is in 1936 gemaakt door een fotograaf van Country Life Magazine, het is the Brown Lady of Raynman Hall. Die brown lady was de zuster van Robert Walpole (1676-1745), maar dat doet er niet toe. Dat brown sloeg op haar bruine brokaatjurk. Ook dat doet er niet toe.
Waar ik naar toe wil: zijn er geen gelovig katholieken, die eens met zulke soort fotografie willen aantonen dat Maria werkelijk bestaat? Je maakt gewoon twee opnamen en die mix je, zo simpel is het. Je laat vervolgens die twee opnamen verdwijnen, zoals het Nederlandse leger al eens heeft gedaan. Het is dus oersimpel!
U kunt ook voor Jezus kiezen, natuurlijk. Een Jezus die hosties uitdeelt, bijvoorbeeld, of visjes. Dan kiest u foto’s van een bebaarde langharige (u zou zelfs mij daarvoor kunnen kiezen: dan maak ik mijn hoofdhaar donkerbruin), en u zet die Jezus neer, een beetje wazig zou ik zeggen, voor een foto van het Meer van Galilea. Die twee foto’s combineert u dan, en u zegt (onderwijl de originele opnamen verwijderend): ‘Kijkt u eens, de Heer is waarlijk opgestaan!’
Want u redt het niet meer met de originele methoden van tekst en schilderkunst en muziek. Wie leest er nog, wie kijkt er nog, wie luistert er nog? Niemand. Wij zijn een, door de Heer, met een uitzonderlijk optisch vermogen begiftigd schepsel geworden. Dat vermogen wordt soms door de fotografie aangesproken. Laat onze Kerk het daar eens over hebben op een volgende bisschoppenconferentie, laat ze het niet hebben over de verschillende perikelen betreffende het kindermisbruik. De echte dingen zijn toch veel waardevoller!

dinsdag 28 juni 2011

11.

Dat er nu bezuinigd gaat worden op de omroepen, lijkt me niet zo vreemd. Dat had al jaren geleden moeten gebeuren. Men had al veel langer de AVRO, de VPRO en de VARA het bestaan onmogelijk moeten maken, door de NUO op te richten: de Nederlandse Uitzend Organisatie.
Want ze willen nu acht uitzendorganisaties overhouden, en dat is natuurlijk onzinnig. Die acht gaan bij elkaar zitten vergaderen enzovoorts, en dat kost ongeveer evenveel als wanneer je 21 organisaties hebt.
Je kunt veel beter een Nederlandse BBC maken, een NUO dus. Dat is veel makkelijker, want dan heb je geen netcoördinatoren meer nodig en zo. Dat soort personeel ontsla je eerst, want dat soort functies kan echt door iedereen met een minimumloon worden gedaan.
Dan geef je een plafond van beloning aan: laat ons zeggen 150.000 euro. Dat is toch een mooi bedrag, vindt u ook niet? Dan vertrekt misschien Paul de Leeuw met zijn kindertjes, maar dan moet u maar zeggen: da’s jammer. Och, wat jammer!
Voor de bestuurderen van de NUO is trouwens een bedrag van bijvoorbeeld 50.000 euro ’s jaars berekend.: een mooi bedrag voor een paar dagen werk per jaar. Ik meld me graag aan! En u zou zich ook graag willlen aanmelden, wil ik wedden.
Het enorm grote voordeel van mijn bezuinigingen op de omroep zou zijn: de christenhonden hebben weinig meer te vertellen. Wég met die lieden! Het zou bijvoorbeeld al opkikkeren als er eens een jaar geen Urbi et orbi werd uitgezonden.

zondag 26 juni 2011

10.

De BBC spreekt voortdurend over De Grote Vier in het mannentennis: Nadal, Djokovic, Federer, Murray. Ik heb daar nooit in geloofd. Er zijn Twee Groten: Nadal en Federer. En die twee zullen hoogstwaarschijnlijk wel de finale van Wimbledon spelen. Ik zie ze vóór de halve finale niet struikelen, daar zijn ze te goed voor, dus de halve finales worden: Nadal-Murray en Federer-Djokovic. Nadal wint in straight sets, Federer in vier sets. Misschien andersom. Maar de finale wordt: Nadal-Federer.
De grandioze werker versus de allerbeste tennisspeler die er ooit heeft rondgelopen. Als dat de finale wordt, wat ik verwacht, geef ik Federer de grootste kans om te winnen, maar het is een kans van 51-49%. Die 49% kans krijgt hij tegen zich als hij gefrustreerd raakt of anderszins even niet helemaal op zijn qui vive zal zijn. Elk punt, nee: elke slag telt, want Nadal vernietigt je waar je bij staat.
Het vrouwentennis wordt weer eens gedomineerd door Serena en Venus Williams. Door, met andere woorden, Serena Williams, de beste tennisster die op deze planeet rondloopt. Ik weet niet hoe de Wimbledon-loting in elkaar zit en wie elkaar vóór de finale zullen ontmoeten, wie er met Maria Sharapova en wie er met Sabina Lisicki moet afrekenen. Als dat is gebeurd, hebben we een finale Serena-Venus. De winnares zal Serena zijn.
Ik heb nog een idee voor een Wimbledon-toegift. Laat op de maandag na die finales nog een finale spelen tussen de beide kampioenen, dus tussen Nadal en Serena. Dat wordt 6-2, 6-2. Maar dat is ongetwijfeld zeer interessant.

vrijdag 24 juni 2011

9.

De vorige twee jaren bleef het droog op Wimbledon, dus hoefden ze het schuifdak niet te sluiten boven het centre court. Dat deden ze, wegens de aanhoudende regen, de afgelopen dagen wel. Het dichtschuiven van dat dak (40 minuten) wordt dan gevuld met BBC-lulpraatjes, over bijvoorbeeld de gezondheid van de grasmat, de snelheid die een bal in die geheel andere omstandigheden through that air zou aannemen, het geluid waaraan de dames en heren tennissers toch zeer zouden moeten wennen, en nog veel meer. Het gezeik neemt geen einde.
Ik heb hierbij drie opmerkingen. 1. Waarom moet dat 40 minuten duren? Is er dan niemand die een schuifdak kan maken dat binnen 5 minuten dicht is? 2. Waarom niet heel Wimbledon overdekken? Dan hebben we nooit meer dat gezanik en kunnen we gewoon, ook op baan 18, ordentelijk doortennissen. 3. Wat de dames en heren commentatoren van de BBC misschien niet weten (ze spreken geregeld over courtesy to the roof): 99,9% van de kijkers hééft een dak! Hééft geen last van de regen of de sneeuw of de wind. Kan zelfs geheel gerust gaan slapen, gelukzalig denkend aan Sabine.
Sabine Lisicki is een Duitse, van Poolse oorsprong. Een tennisspeelster. Ze heeft dikke knieën, daar moet u aan wennen. De meeste tennisspeelsters hebben van die puntige knieën. Sabine heeft ze net zo dik als Serena Williams. Ze serveert ook ongeveer net zo goed als Serena, en zeker zo hard.
Ik heb vanavond alleen de derde set gezien tussen Sabine Lisicki en Na Li (of Li Na, daar wil ik van af zijn). Na Li was de winnares van de Franse Open, en er werd wel wat verwacht van haar. Ze maakte de verwachtingen misschien niet helemaal waar: ze maakte in die laatste set teveel foutjes. Maar ze kon ook niet op tegen de pure kracht van Lisicki, die uiteindelijk won met 8-6.
Mijn dark horse was inderdaad die Na Li, maar dat is nu natuurlijk Sabine Lisicki geworden.

donderdag 23 juni 2011

8.

Vanmiddag heb ik gekeken naar een tenniswedstrijd op Wimbledon tussen Kimiko Date-Krum en Venus Willliams. Als ik een dochter had gehad, zou ik haar ook Venus hebben genoemd. Die wedstrijd werd op het nippertje gewonnen door Venus. Terecht. Ze won in drie sets: 6-7, 6-3 en 8-6.
Vooral de eerste set was fenomenaal. De 40-jarige Kimiko (die er ook nog eens 12 jaar tussenuit was geweest) speelde zo agressief en inventief en met zoveel plezier, dat ze elke andere tegenstandster (behalve Venus’ zuster Serena) eronder zou hebben gekregen. Ze stond in die eerste set met 5-1 voor, door verschrikkelijk goed te tennissen. Maar toen stond Venus op. Met machtige slagen enz. won ze vier of vijf games. Ik dacht: nu is het over met Kimiko, want meestal gaat dat zo. Maar het was niet over.
De Britse commentator zei, na die eerste set: ‘In my 35 years as a commentator, I have never seen a better set in women’s tennis.’ Daar kon ik wel in meegaan, hoewel ik me ook sets herinner uit de laatste jaren van Steffi Graf. Bijvoorbeeld de beslissende set op Roland Garros (1999) tegen Martina Hingis.
Ondertussen zullen de gezusters Williams nu wel doorhebben wat ze te wachten staat: zeer agressieve tegenstand. Er zal niet meer worden afgewacht: hun services zullen worden beantwoord. Precies zoals Kimiko het deed, en er bijna in slaagde de voormalige Wimbledon-kampioene te verslaan.
Mijn voorspelling: bij de mannen gaat Rafael Nadal het winnen. Bij de vrouwen: Serena Williams.

woensdag 22 juni 2011

7.

De slagersvakscholen leveren tot nu toe uitstekende slagers. Ze kennen hun vak, ze snijden goed etc., ze leiden ook hun opvolgers goed op, en dat is toch belangrijk (behalve voor de vegetariërs, die geen weet hebben van goed rookvlees of lekkere haasbiefstukjes). Want, nog even, we kunnen wel zeggen: wat een lekkere tofu heeft u daar gebakken. Daar wordt echt geen prijs voor behaald.
Tot zover de Partij voor de Dieren.
Ik vind wel dat alle slagers eerlijke informatie moeten geven. Ze moeten je niet een lamskoteletje proberen te verkopen voor een varkenskoteletje, of andersom. Ik weet niet of u wel eens varkensvlees hebt gegeten, maar ik gruw ervan. Helaas is het heerlijkste vlees, het vlees des paards, nauwelijks ooit nog te verkrijgen.
Over wie hebben we het hier? Natuurlijk hebben we het hier over minister Henk Bleker! Een onbetrouwbare kwakzalver, als je het mij vraagt, want hoe is hij minister geworden? Door ja en amen te zeggen tegen Verhagen. En nu probeert hij een contract met Vlaanderen om zeep te helpen, ondertekend door staatssecretaris Schultz in 2006, over die Hedwigepolder.
Laat me duidelijk zijn: het is onzin om die polder onder water te zetten. Klinkklare onzin. Een beetje slager zou zeggen: geef mij dat lendestuk eens!
In plaats daarvan begint Bleker nu goede sier te maken met ‘schorren’ als mooie natuurplaatsen en met de Hedwigepolder als, daarentegen, mooie landbouwgrond. Want er moet iets met de ‘natuur’ gebeuren, niet waar, als de Schelde wordt uitgediept. Ik zou zeggen: ammehoela.
De slagers hebben deze wereld, probeer het maar niet te ontkennen. En ik eet hun produkten, tot over ongeveer een jaar of tien, want dan ben ik er niet meer. Gelukkig.

dinsdag 21 juni 2011

6.

Het was ineens stil en donker in huis: mijn prachtige HP-22 inch beeldscherm deed ploink! en stierf vanmiddag. Ik heb het arme ding onttakeld, en hij ligt nu op mijn bank (‘ga daar maar liggen, jongen’).
Vroeger zou ik bij dergelijke gebeurtenissen in paniek zijn geraakt. Dat raak ik niet meer, ik word zelfs niet nerveus. Ik weet dat de dingen stuk gaan, vroeger of later. Je hoopt natuurlijk steeds dat het later zal zijn, maar soms is een ding binnen twee weken kapot. Bij het leger bijvoorbeeld schaffen ze tanks aan, waarvan ze weten dat ze al kapot zijn.
Zoals Max Pam het afgelopen weekend schreef: schaf het Nederlandse leger af. Er is geen gelegenheid geweest, voor zover ik weet, waarbij het Nederlandse leger enige verlichting (laat staan: geluk) heeft gebracht. De laatste keer dat ze wél verlichting hebben gebracht, was in Zeeland, in 1953. Voor die gevallen moet je een soort (onbewapend) reserveleger houden. En je behoudt natuurlijk de Explosieven Opruimingsdienst, want je wilt niet het rechtse deel van de bevolking tegen je in het harnas jagen. Maar verder kan het hele zootje wel weggekwartierd worden, zou ik denken.
Ondertussen heb ik weer die oude Compaq MV720 monitor voor den dag gehaald en aangesloten, die geeft ook een prachtig beeld (die is 15 inch groot, waarom kunnen die lui dat niet gewoon in centimeters uitdrukken? Het is maar een vraag). Dus ik heb wel beeld, maar geen geluid, want er zitten geen speakers in. Ja, kinderen: vroeger waren de mensen nog ouderwets en dachten ze dat beeld en geluid apart moesten! Zoals ze ook dachten dat je voor het telefoneren een aparte telefoon moest aanschaffen! O, het waren harde tijden, dat willen jullie nu wel van mij geloven.
Ik ga nu op zoek naar een goede monitor (max. 17 inch, en mét speakers). Want met die brede beeldschermen heb ik het eigenlijk wel gezien na twee weken werken: je doet niks met de overige ruimte. Laat u dus niet verleiden tot dure aankopen: koop geen breedbeeldscherm.

zaterdag 18 juni 2011

5.

Er zijn soms dingen die je niet snapt. Zoals in dit pianoconcert van Mozart, dat voortreffelijk gespeeld wordt en waarvan ik ook houd (hoewel ik wel vijf componisten uit die tijd weet, die met hetzelfde materiaal iets veel beters zouden hebben gedaan. Maar die dat niet hebben gedaan). Het Praagse publiek houdt er niet van, lijkt het: het applaudisseert matig, het lijkt alleen geïnteresseerd in, ja wat?
De beste maatregel lijkt mij: bij de ingangscontrôle zeggen: ‘Dit is een dúúr concert, mevrouw. Hoeveel heeft uw jurk gekost? 500 euro? Dan kost uw entreekaartje 150 euro.’ Dan krijg je tenminste hun armoedige geld binnen.
De alcoholcontrôle moet ook scherper worden in de gebieden van de concertarena’s, zou ik zeggen: de M.E. staat paraat bij de uitgang en begeleidt de mensen, uiterst kalm uiteraard, er zijn nog geen slagenuitwisselingen, nog niet, naar hun automobielen. De mensen vertrekken rustig.
De volgende ochtend is de burgemeester op AT5: ‘De operatie is kalm verlopen dit keer. Godzijdank! Er was een Strawinsky! Dus we moesten de zaken wel op orde hebben. Het was ook voor de omwonenden een ongewisse zaak wat er zou gebeuren. U ziet links en rechts van mij wel de gebarricadeerde winkels. Maar er zijn, op een enkele uitzondering na, geen tegels gelicht. Er zijn ook geen gewonden gevallen, nee twee. Drie, zegt u. In het ziekenhuis? Dan moet ik daar op een draf naar toe!’

vrijdag 17 juni 2011

4.

Louis Andriessen en, ik meen, Peter Schat praatten ongeveer dertig jaar geleden, te Amsterdam, over Mozart. L.A. zei over Mozart: ‘De man van het grote Es-moment.’ En daar was Peter Schat het mee eens.
Ik wilde dat Es-moment ook wel eens horen, dus ik verzamelde en luisterde naar alles van Mozart. Het werk van Andriessen en Schat verzamelde ik ook, maar dat vond ik veel minder interessant dan Mozart.
Ik heb dat grote Es-moment van Mozart nooit gevonden. Als iemand weet in welk stuk het zit: please, write it in the commentaries!
Mijn kennis van Mozart is dus vrij groot geworden, door de jaren heen. Ik wist dat bijvoorbeeld Karel van het Reve en Maarten ’t Hart fans van Mozart waren, en ik kon dat niet goed snappen: hoe kunnen toch redelijk rationeel ingestelde persoonlijkheden zo gesteld zijn op zo’n, laat ik het maar eens eerlijk zeggen, componist van drakenstukken? Hoe kan iemand zoals KvhR, die gezegd heeft te houden van Bach’s Goldberg Variaties, óók houden van een stuk van Mozart? Het leek en lijkt mij onmogelijk. Als hij gezegd had: ik houd van de Goldberg Variaties en ik houd ook van Goebajdoelina, dan was het redelijker geweest.
Maar dat Es-moment is wel het begin geweest van mijn intrede in de klassieke muziek. Ik zal dat moment misschien nooit vinden, maar ik ben er Andriessen en Schat toch dankbaar voor.

zaterdag 11 juni 2011

3.

Over de blues gesproken: het mooiste bluesnummer is, naar mijn smaak, Mannish boy van Muddy Waters. In deze uitvoering ook, met die geweldige uithalen (‘Yeah!’) van zijn gitaristen enzovoorts. Ik ken het nummer in wel tien uitvoeringen, maar dit is de beste. Ik wist nooit dat het in 1955 was uitgebracht als Manish boy, maar zo leer je nog eens wat.
Mijn leven lang is deze muziek, bijvoorbeeld ook die van John Lee Hooker, het ijkpunt geweest. Ik ben dan wel niet opgegroeid op een tabaksplantage in Alabama, maar toch voelde ik me daarmee verbonden.
Wat daarmee aan te vangen, op jonge leeftijd, toen Heintje nog heerste, en ook bijvoorbeeld Sam & Dave de hitparades bestormden?
Heintje, met zijn ‘gouden keeltje’ zoals er toen over geschreven werd, vertrok al snel naar Duitsland, Oostenrijk of Luxemburg, ik weet niet waarheen, waar hij nog menig hitsucces zal hebben gehad (en gefeliciteerd ermee), maar ja. Hij kwam ook wel uit een provincie. Zoals ik er toen over dacht, en nu nog steeds over denk: een weggeefprovincie, een aanhangsel van Nederland, dat gewoon ook weggegeven had kunnen worden aan België of aan Duitsland. Zegt u nu zelf.
We raken van ons onderwerp af: de blues. Laat ik maar eindigen met een nationaal nummer van Cuby & the Blizzards. Goeie band.

vrijdag 10 juni 2011

2.

En dan ga je naar bed, met de klanken van dat Tristitia et anxietas nog in je oren, en je had die avond niets gedronken, dus van slapen komt niets terecht. Je staat weer op, en gaat aan je computer zitten. Je vindt dit en dit, en wat niet al.
Je zet een kop koffie, je eet nog een broodje zalm, en het is nu drie uur in de nacht. Waardoor komt het (denk je bij jezelf) dat die Engelse renaissancemuziek mij nooit zoveel heeft gezegd, maar mij nu zozeer bevalt.
U moet weten, ik ben geboren in 1953 (‘een kind van het rampjaar’) en de eerste muziek die mij bereikte, was van Engelse oorsprong: Beatles, Rolling Stones, Cream, noem maar op. Dat was in de jaren 1966 of ’67 de muziek die overal gedraaid werd. Cuby & the Blizzards, John Mayall, Eric Clapton. Nog steeds mag ik graag een YouTube-filmpje van die mensen draaien. (Op YouTube vind je werkelijk alles.) Ik herinner me dat ik Blind Faith een goede groep vond.
Een jaar of zes later ontdekte ik Glenn Gould (bijvoorbeeld met dit stuk van Byrd, maar vooral met stukken van J.S. Bach). Er ging een, zoals dat heet, nieuwe wereld voor me open. Bach was de koning, en is dat ook lang gebleven.
Ik kan niet tegen bijvoorbeeld Mozart. Die muffe wijsjes! Of tegen bijvoorbeeld Brahms of Beethoven of tegen de verscheidene Tsjechen in de muziekgeschiedenis. Daarvoor verwijs ik naar Karel van het Reve, die van zulke muziek eens zei (mijn woorden): muziek voor kojbojfilms. Hij hield overigens juist wél veel van Mozart. Ik moet niets hebben van dat optimisme in zijn muziek.
Muziek moet in mineur geschreven zijn, vind ik, ga weg met al je vrolijkheid en verveel daar iemand anders mee. Mineur! En dat vind je ook in die Engelse renaissance. Het is gewoon de blues, die ik ook al mooi vond toen ik 15, 16 jaar oud was.

1.

Eerst een receptje. Koop een schelvisfilet bij je visboer, en koop daarbij: ui, paprika, sperzieboontjes. We koken niets, we gaan alles smoren. Pak een keukenschaar en knip de filet in reepjes van ongeveer een centimeter breedte. Snijd je groenten voor, et cetera, gooi dan  het hele zootje in een pan waarin je eerst – dat had ik anders moeten formuleren, maar goed – wat olijfolie had gedaan. Laat het een half uurtje smoren. Doe er dan wat ketjap-sesam saus bij. Heerlijk eten!
Nadat u deze geweldige maaltijd heeft verorberd, kunt u kiezen. Tv, radio, huiselijke gezelligheid, of muziek. De tv is tegenwoordig niet meer zo mooi als dertig jaar geleden, zeg zelf, en de radio valt ook zeer tegen. Huiselijke gezelligheid, bestaat dat nog? Ik vraag het me af. Maar je hoeft maar een beetje thuis te zijn op YouTube om de prachtigste muziek voorgetoverd te krijgen.
Dus: de kinderen naar bed, hupsakee! Computer aan. YouTube, en dan ben je al gauw aangesloten op een wonderbaarlijk netwerk van de schitterendste muziek. (Als je zoekt, vanzelfsprekend, want je kunt ook zomaar iets van de Rolling Stones of van Ozzy Osbourne tegenkomen, en dat soort amateurisme is niet aan ons besteed.)
Maar je kunt ook (geheel toevallig, zoals mij is overkomen, twee jaar geleden) op  dit schitterende zangstuk terecht komen.